Posts By :

faam-admin

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen

Pakket Belastingplan 2025 aangenomen 800 533 AL Raad & Partners

De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplan 2025 aangenomen. Over het eigenlijke wetsvoorstel Belastingplan 2025 is hoofdelijk gestemd. De Eerste Kamer heeft twee moties aangenomen. Een motie betreft het stimuleren van gezonde voeding in het nieuwe belastingstelsel. De andere motie betreft het afschaffen van de regeling 'geven uit vennootschap'. Beide moties hadden van de staatssecretaris het advies 'Oordeel Kamer' gekregen.

Bron:Ministerie van Financiën| wetsvoorstel| 16-12-2024

Strenge toets voor beroepskosten van resultaatgenieter

Strenge toets voor beroepskosten van resultaatgenieter 800 533 AL Raad & Partners

Een depothouder, die kranten en tijdschriften bezorgt, heeft in zijn aangifte ruim € 2.500 aan beroepskosten ten laste van zijn inkomen gebracht. De depothouder claimde kosten voor vakliteratuur (€ 961), werkkleding (€ 250) en kantinekosten (€ 1.323). De inspecteur weigerde de kostenaftrek van de depothouder, wat leidde tot een procedure over de grenzen van kostenaftrek bij resultaat uit overige werkzaamheden (ROW).

Standpunt van de depothouder

Naast de inkomsten uit zijn dienstbetrekking (€ 10.200) en de inkomsten uit vermogen (€ 3.207), verdiende de depothouder € 9.528 met zijn bezorgactiviteiten. Hij betoogde dat zijn werkzaamheden professionele expertise vereisten en dat de geclaimde kosten (vakliteratuur, werkkleding en kantinekosten) daarom noodzakelijk waren. De IT-literatuur achtte hij essentieel voor incasso en computerbeveiliging bij klantencontact. Zijn speciale werkkleding, waaronder handschoenen tegen drukinkt, was volgens hem uitsluitend voor werk bedoeld en voorzien van zijn handelsnaam. Tot slot beschouwde hij de kantinekosten als onvermijdelijke zakelijke uitgaven tijdens zijn bezorgrondes.

Standpunt van de Belastingdienst

De inspecteur nam een fundamenteel ander standpunt in. Voor een bezorger was uitgebreide IT-literatuur niet relevant gezien de eenvoud van de werkzaamheden. De werkkleding voldeed niet aan de wettelijke logo-eisen van 70 cm² en was ook privé draagbaar. De kantinekosten vielen volgens de inspecteur onder de niet-aftrekbare drempel van € 4.500.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank volgde het standpunt van de Belastingdienst volledig. De kostenaftrek werd geweigerd omdat de depothouder niet kon aantonen dat de uitgaven specifiek voor zijn beroep noodzakelijk waren. Ook voldeed de werkkleding niet aan de wettelijke vereisten.

Oordeel van het hof

Het hof bevestigde de uitspraak en voegde een belangrijke overweging toe: zelfs als de kantinekosten zakelijk waren, zou de wettelijke drempel de aftrek daarvan verhinderen. Het hof merkte daarbij op dat de depothouder in zijn aangifte niet heeft gekozen voor de gedeeltelijke aftrek van 73,5% van de kantinekosten.

Praktische lessen 

Dit arrest biedt waardevolle lessen voor iedereen, die resultaat uit overige werkzaamheden geniet en kosten wil aftrekken. Allereerst is het cruciaal zorgvuldig te documenteren waarom specifieke uitgaven noodzakelijk zijn voor uw werkzaamheden – een achteraf opgestelde onderbouwing blijkt vaak onvoldoende. Voor werkkleding gelden bovendien zeer strikte vereisten: zorg dat deze aantoonbaar exclusief zakelijk gebruikt wordt of voorzie de kleding van een logo van minimaal 70 cm². Bij kantinekosten is het essentieel om vooraf een weloverwogen keuze te maken tussen de drempelregeling van € 4.500 of de vaste aftrek van 73,5%. Bewaar daarnaast alle relevante bewijsstukken zoals facturen, foto's van werkkleding en correspondentie over het zakelijke karakter van uitgaven. Deze preventieve maatregelen kunnen latere discussies met de Belastingdienst voorkomen of aanzienlijk vereenvoudigen.

Bron:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden| jurisprudentie| ECLINLGHARL20247345, 22/2159 en 22/2160| 25-11-2024

ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025

ISDE-regeling opent weer op 2 januari 2025 800 533 AL Raad & Partners

Vanaf 2 januari 2025 kunnen woningeigenaren weer subsidie aanvragen voor de verduurzaming van hun woning. De Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) is dan weer beschikbaar. Het budget bedraagt € 555 miljoen. Een subsidieaanvraag voor de ISDE kan worden ingediend via rvo.nl

Hogere subsidiebedragen voor isolatiemaatregelen

De subsidiebedragen voor isolatiemaatregelen gaan in 2025 omhoog. Het subsidiebedrag voor triple glas gaat omhoog van € 65,50 naar € 111 per m2. Het subsidiebedrag voor HR++ glas gaat omhoog van € 23 naar € 25 per m2. Het subsidiebedrag voor HR++ glas voor monumenten gaat omhoog van € 42,50 naar € 46 per m2. De subsidiebedragen voor spouwmuur-, gevel- en dakisolatie gaan omhoog met € 1,25 per m2. De bedragen voor isolatie verdubbelen als woningeigenaren voor meer dan één isolatiemaatregel subsidie aanvragen. Het is in 2025 mogelijk om twee keer binnen 24 maanden subsidie aan te vragen voor glasisolatie. De minimale oppervlakte om voor glasisolatiesubsidie in aanmerking te komen gaat omlaag van 8 m2 naar 3 m2

Verlaging subsidie kleine lucht-waterwarmtepompen

Voor de aanschaf van een lucht-waterwarmtepomp met een thermisch vermogen van 1 tot en met 70 kW daalt het startbedrag van € 2.100 naar € 1.250. Het bedrag per kW gaat omhoog van € 150 naar € 225. De bonus voor warmtepompen met energielabel A+++ gaat omlaag van € 225 naar € 200. Woningeigenaren, die in 2025 subsidie aanvragen voor een in 2024 aangeschafte warmtepomp, ontvangen de subsidie zoals die gold in 2024.

Bron:Rijksdienst voor Ondernemend Nederland| publicatie| 16-12-2024

Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur

Opschorting overgangsrecht btw-verhoging cultuur 800 533 AL Raad & Partners

De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld, dat hij het overgangsrecht bij de btw-verhoging op cultuur wil opschorten door middel van een beleidsbesluit. Hiermee is het in het Belastingplan 2025 opgenomen overgangsrecht niet meer van toepassing op vooruitbetalingen en tickets voor culturele activiteiten die vanaf 2026 of later plaatsvinden. Het beleidsbesluit geldt voor de periode van 1 januari 2025 tot 1 juli 2025. Het overgangsrecht blijft wel onderdeel van het Belastingplan 2025. De staatssecretaris verwacht hiermee voldoende tijd te hebben om in overleg met de Tweede Kamer tot een alternatief dekkingsvoorstel te komen.

Het opschorten van het overgangsrecht gaat gepaard met een incidentele budgettaire derving van € 135 miljoen. Deze wordt gedekt door de tarieven van de eerste en tweede schijf in de inkomstenbelasting voor één jaar met 0,03%-punt te verhogen in het jaar 2026.

Bron:Ministerie van Financiën| publicatie| 2024-0000566936| 12-12-2024

Invoering belastingheffing box 3 over werkelijk rendement niet voor 2028

Invoering belastingheffing box 3 over werkelijk rendement niet voor 2028 800 531 AL Raad & Partners

Naar aanleiding van het kritische advies van de Raad van State over het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3 heeft de staatssecretaris van Financiën een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de stand van zaken. 

Het kabinet gaat het advies van de Raad van State bestuderen en zal de Kamer voor 30 januari 2025 informeren over mogelijke aanpassingen. De beoogde datum van inwerkingtreding van 1 januari 2027 is niet haalbaar. Invoering per 1 januari 2028 lijkt haalbaar. Voorwaarde is dat het aangepaste wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 zal zijn aangenomen door de Tweede Kamer. Tot 2028 blijft de huidige wetgeving van kracht, uitgebreid met een tegenbewijsregeling. Het uitstel van de inwerkingtreding zorgt voor een derving van circa € 2,4 miljard.

Voor het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 is advies aangevraagd bij de afdeling advisering van de Raad van State. De planning is om in het eerste kwartaal van 2025 het wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer. Inwerkingtreding zou per 1 juni 2025 moeten plaatsvinden. Voor het leveren van tegenbewijs wordt het papieren en digitale formulier Opgaaf werkelijk rendement ontwikkeld, waarmee belastingplichtigen het werkelijke rendement kunnen aangeven. In de aangifte IB zal vanaf belastingjaar 2025 de mogelijkheid worden opgenomen om het werkelijke rendement op te geven. Voorinvulling van het werkelijke rendement is dan nog niet mogelijk. 

Bij de Hoge Raad zijn procedures aanhangig over de behandeling van eigen gebruik van onroerende zaken in box 3. De staatssecretaris wijst erop dat de uitkomsten van deze procedures kunnen leiden tot aanvullende budgettaire gevolgen. 

Er is onderzoek gedaan naar tijdelijke alternatieven, die ingevoerd zouden kunnen worden per 1 januari 2027. Twee varianten betreffen de invoering van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 in twee stappen. Beide varianten vallen af, omdat er te weinig tijd is voor het wetgevingsproces. De derde variant betreft de invoering van een vermogensbelasting, in plaats van belastingheffing over het inkomen uit vermogen. Deze variant is haalbaar, mits de Tweede Kamer het wetsvoorstel uiterlijk 15 juni 2025 heeft aangenomen. Het kabinet beschouwt deze variant als niet wenselijk, omdat deze het belasten van het werkelijke rendement verder uit beeld brengt. De variant is onderzocht vanwege de eenvoud voor burgers en Belastingdienst. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het kabinet besloten dat het niet wenselijk en haalbaar is om een nieuw stelsel te hanteren in 2027.

Bron:Ministerie van Financiën| publicatie| 2024-0000565184| 12-12-2024

Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg

Betaal voorlopige aanslag niet te vroeg 800 572 AL Raad & Partners

In december 2024 verzendt de Belastingdienst al aanslagen over 2025. Deze hebben een dagtekening in januari 2025. Dat kan de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025 zijn, maar mogelijk ook een andere aanslag. De Belastingdienst wijst erop deze aanslagen pas ná de dagtekening in 2025 te betalen. Dit voorkomt dat de Belastingdienst de bedragen terugstort. Bij betaling van de aanslag vóór de dagtekening, is het mogelijk dat de systemen van de Belastingdienst de betalingen nog niet kunnen verwerken. Als gevolg daarvan stort de Belastingdienst de bedragen terug.

De voorlopige aanslagen worden vanaf dit moment via het ‘Service Bericht Aanslag’ aan de adviseur gecommuniceerd en vanaf eind december ook via de Berichtenbox in ‘Mijn Belastingdienst’. De papieren te betalen voorlopige aanslag zal in januari worden bezorgd.

De uiterste betaaldatum is afhankelijk van de betaalwijze. In de betaalinformatie staat de juiste uiterste datum waarop het totale aanslagbedrag op de rekening van de Belastingdienst moet staan. Bij betaling in termijnen, gelden de daarvoor in de betaalinformatie vermelde uiterste betaaldatums.
 

Bron:Belastingdienst| publicatie| 05-12-2024

Per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving

Per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving 800 534 AL Raad & Partners

De minister van SZW heeft een mededeling gepubliceerd met per 1 januari 2025 geldende bedragen in de SZW-regelgeving. Een tweede verzamelmededeling is aangekondigd en volgt binnenkort. Niet alle bedragen kunnen door middel van een mededeling worden geïndexeerd. Daarom volgt binnenkort een ministeriële regeling, waarin enkele bedragen en percentages worden vastgesteld.

Belangrijke bedragen in deze mededeling zijn:

  • De bruto nabestaandenuitkering van de Algemene nabestaandenwet bedraagt € 1.573,58 per maand. De wezenuitkering voor een kind tot 10 jaar bedraagt € 503,55 per maand. Voor een kind, ouder dan 10 maar jonger dan 16 jaar, bedraagt de wezenuitkering € 755,32 per maand. Voor een kind van 16 jaar of ouder maar jonger dan 21 jaar, bedraagt de wezenuitkering € 1.007,09 per maand.
  • Het bruto ouderdomspensioen van de Algemene Ouderdomswet bedraagt € 1.580,92 voor een alleenstaande en € 1.081,50 voor een gehuwde of samenwonende.

Uitgangspunt voor bovengenoemde bedragen is het wettelijk minimumloon, dat met ingang van 1 januari 2025 uitkomt op € 2.191,80 bruto per maand.

Bron:Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid| publicatie| nr. 2024-0000917125, Staatscourant 2024, Nr. 39288| 02-12-2024

Naheffingen mrb door onjuist gebruik handelaarskenteken

Naheffingen mrb door onjuist gebruik handelaarskenteken 800 533 AL Raad & Partners

Auto’s, die tot de bedrijfsvoorraad van een autohandelaar behoren, mogen alleen de openbare weg op wanneer zij zijn voorzien van een zogenaamd handelaarskenteken, herkenbaar aan de groene kentekenplaten. Wordt met een auto uit de bedrijfsvoorraad gereden zonder handelaarskenteken, dan kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opleggen. Een dergelijke naheffingsaanslag wordt berekend over een periode van twaalf maanden gerekend tot de dag van de constatering van het niet gebruiken van het handelaarskenteken. Dat geldt bij iedere constatering. Bij een naheffingsaanslag kan een verzuimboete worden opgelegd. De verzuimboete bedraagt 100% van de nageheven belasting. Voor het opleggen van een verzuimboete is de aanwezigheid van opzet of grove schuld niet vereist. Er wordt geen verzuimboete opgelegd bij afwezigheid van alle schuld. De belanghebbende zal op de afwezigheid van alle schuld een beroep moeten doen.

De Belastingdienst legde aan een autohandelaar vijf naheffingsaanslagen met boetes op, die betrekking hadden op dezelfde auto. De autohandelaar bestreed de opgelegde naheffingsaanslagen en boetes. Per abuis was de auto niet op naam van de klant gesteld bij de aflevering. De Belastingdienst heeft in bezwaar vier van de vijf boetes kwijtgescholden en de aanslagen in stand gelaten. De Rechtbank Noord Holland zag geen reden om de naheffingsaanslagen te verminderen. Het betrof immers vijf afzonderlijke belastbare feiten, waarbij telkens zonder handelaarskenteken gebruik is gemaakt van de openbare weg met een tot de bedrijfsvoorraad behorende auto. Uit een arrest van de Hoge Raad uit 2006 volgt dat een naheffingsaanslag kan worden opgelegd voor iedere kalenderdag, waarop is geconstateerd dat niet aan de voorwaarden voor de handelaarskentekenregeling is voldaan. 

De rechtbank zag ook geen aanleiding om de resterende verzuimboete, die volgens de Belastingdienst gehalveerd diende te worden, verder te verminderen.

Bron:Rechtbank Noord-Holland| jurisprudentie| ECLINLRBNHO202410803, HAA 22/5449| 17-10-2024

Cryptovaluta vormen belastbaar vermogen in box 3

Cryptovaluta vormen belastbaar vermogen in box 3 800 450 AL Raad & Partners

Vallen cryptovaluta onder de bezittingen, die in box 3 belast worden? Deze vraag stond centraal in een zaak van gerechtshof Amsterdam. De belanghebbende in deze zaak stelde dat cryptovaluta geen vermogensrechten zijn in de zin van het Burgerlijk Wetboek en daarom niet tot de rendementsgrondslag behoren. Het hof kwam tot een principiële uitspraak over de reikwijdte van het begrip 'vermogensrechten' in box 3. De uitspraak biedt duidelijkheid over de fiscale behandeling van cryptovaluta.

Standpunt van de belanghebbende

De belanghebbende betoogde dat cryptovaluta niet tot haar rendementsgrondslag gerekend mochten worden, omdat dit geen vermogensrechten zijn in de zin van artikel 3:6 BW. Volgens haar is daarvoor vereist dat sprake is van een verplichting (schuld) van een ander jegens haar en daaraan ontbreekt het bij cryptovaluta, aldus de belanghebbende. Zij stelde dat cryptovaluta daarom niet onder één van de vermogenscategorieën van box 3 vallen.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur nam het standpunt in dat de waarde van de cryptovaluta (€ 71.564) terecht tot de rendementsgrondslag is gerekend. De cryptovaluta waren in de aangifte opgenomen onder 'overige bezittingen' en behoorden tot het box 3-vermogen, waarover forfaitair rendement berekend moest worden.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank ging niet specifiek in op de kwalificatie van cryptovaluta, maar handhaafde wel de aanslag, zoals deze was verminderd op basis van de Wet rechtsherstel box 3. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar werkelijke rendement significant afweek van het forfaitaire rendement.

Oordeel van het hof

Het hof oordeelde dat cryptovaluta wel degelijk tot de rendementsgrondslag behoren. Het hof overwoog dat een positie in cryptovaluta een economische waarde vertegenwoordigt, overdraagbaar is en stoffelijk voordeel kan verschaffen. Deze eigenschappen maken dat cryptovaluta onder de bezittingen van box 3 vallen. Het hof concludeerde, dat cryptovaluta onder de 'overige vermogensrechten' vallen, ook al zijn het mogelijk geen vermogensrechten in civielrechtelijke zin. De wetgever heeft het begrip vermogensrechten in de Wet IB 2001 namelijk bewust ruimer gedefinieerd dan in het BW.

Tip

Deze uitspraak maakt duidelijk dat u uw cryptovaluta moet opgeven in box 3. Het is daarbij niet relevant of cryptovaluta civielrechtelijk als vermogensrechten worden gekwalificeerd. Zorg ervoor dat u een goede administratie bijhoudt van uw posities in cryptovaluta, inclusief de waarde op de peildatum. Bovendien moet u de waardeontwikkeling kunnen aantonen als u wilt bewijzen dat uw werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Twijfelt u over de fiscale aspecten van uw cryptovaluta? Neem dan contact met ons op voor een analyse van uw situatie.

Bron:Gerechtshof Amsterdam| jurisprudentie| ECLINLGHAMS20243254, 23/1238| 04-11-2024

Box 3: ongerealiseerde vermogenswinsten tellen mee bij werkelijk rendement

Box 3: ongerealiseerde vermogenswinsten tellen mee bij werkelijk rendement 800 448 AL Raad & Partners

Moeten ongerealiseerde vermogenswinsten of -verliezen worden meegenomen bij de bepaling van het werkelijke rendement in box 3? Deze rechtsvraag stond centraal in een arrest van de Hoge Raad van 29 november 2024. In deze zaak stelde een belastingplichtige dat alleen gerealiseerde rendementen zouden moeten meetellen bij de bepaling van het werkelijke rendement in box 3. Het gerechtshof Den Haag heeft deze stelling gevolgd, maar de staatssecretaris ging hiertegen in cassatie. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Dit arrest geeft belangrijke richting aan de berekening van het werkelijke rendement in box 3.

Standpunt van de belanghebbende 

De belanghebbende heeft aangifte gedaan van een box 3-inkomen van € 51.515. De aanslag is aanvankelijk opgelegd overeenkomstig de ingediende aangifte. Met toepassing van de Wet rechtsherstel box 3 heeft de Belastingdienst de aanslag verminderd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 35.153. Volgens de belanghebbende was dit bedrag nog steeds te hoog, omdat het werkelijk behaalde rendement lager was. De belanghebbende voerde aan dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen buiten beschouwing moeten blijven bij het bepalen van het werkelijke rendement.

Standpunt van de staatssecretaris

De staatssecretaris stelde zich op het standpunt dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen wel degelijk meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Volgens de staatssecretaris past dit binnen het systeem van box 3. Daarnaast sloot zijn standpunt aan bij eerdere jurisprudentie. De vermindering naar € 35.153 op basis van de Wet rechtsherstel box 3 was daarom correct, aldus de staatssecretaris. 

Oordeel van de rechtbank 

De rechtbank handhaafde de aanslag zoals deze was verminderd op basis van de Wet rechtsherstel box 3. De rechtbank volgde daarmee het standpunt van de inspecteur dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen meetellen bij het bepalen van het werkelijk rendement.

Oordeel van het hof 

Het hof oordeelde dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen niet meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Volgens het hof past dit niet binnen de term "werkelijk behaald rendement", zoals gebruikt in eerdere arresten van de Hoge Raad. Het hof oordeelde dat de heffing op basis van de Wet rechtsherstel box 3 daarom buitenproportioneel is en concludeerde dat in strijd was gehandeld met artikel 1 EP in samenhang met artikel 14 EVRM. Het hof heeft het belastbare inkomen uit sparen en beleggen verminderd tot € 16.900.

Oordeel van de Hoge Raad 

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Verwijzend naar zijn arrest van 6 juni 2024 oordeelt de Hoge Raad dat ongerealiseerde vermogenswinsten en -verliezen wel degelijk meetellen bij het bepalen van het werkelijke rendement. Op de belanghebbende rust de bewijslast voor het werkelijke rendement. De belanghebbende heeft niet aangetoond wat de waardeontwikkeling van haar beleggingen in box 3 in 2018 was. Daardoor is niet bewezen dat het werkelijke rendement lager was dan het voordeel waarvan de inspecteur is uitgegaan op basis van de Herstelwet. De Hoge Raad bevestigt daarom de uitspraak van de rechtbank.

Tip 

Het arrest van de Hoge Raad heeft belangrijke gevolgen voor uw box 3-positie. Door dit arrest is nogmaals duidelijk gemaakt dat niet alleen de daadwerkelijk ontvangen rendementen (zoals rente en dividend), maar ook de waardestijgingen én waardedalingen van uw vermogensbestanddelen meetellen voor het werkelijke rendement. Dit geldt ook wanneer u deze winst of dit verlies nog niet hebt gerealiseerd. Als u wilt aantonen dat uw werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement, moet u al deze waardeveranderingen kunnen onderbouwen.
Controleer daarom:

  • of u alle waardeveranderingen van uw vermogensbestanddelen in box 3 goed heeft gedocumenteerd;
  • of u voor al uw beleggingen de begin- en eindstanden van het jaar kunt aantonen;
  • of u voldoende bewijs heeft om eventuele waardedalingen te onderbouwen.

Twijfelt u over de gevolgen van dit arrest voor uw specifieke situatie? Neem dan contact met ons op. Wij analyseren graag of u in aanmerking komt voor vermindering van uw box 3-heffing en zorgen voor een gedegen onderbouwing van uw werkelijke rendement.

Bron:Hoge Raad| jurisprudentie| ECLINLHR20241760, 23/04566| 28-11-2024
  1. Algemeen

In deze privacyvoorwaarden wordt verstaan onder:

  • Algemene voorwaarden: de Algemene voorwaarden van Verwerker, die onverkort van toepassing zijn op iedere afspraak tussen Verwerker en Verantwoordelijke en van welke Algemene voorwaarden deze privacyvoorwaarden onlosmakelijk deel uitmaken.
  • Verwerker: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 te Roosendaal en alle aan gelieerde entiteiten, waaronder maar niet uitsluitend, eveneens Opdrachtnemer.
  • Gegevens: de persoonsgegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Opdrachtgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die aan Opdrachtnemer opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden, eveneens Verantwoordelijke.
  • Opdrachtnemer: de Vennootschap onder firma A&L Finance h/o AL Raad & Partners, statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan Multatulilaan 10 4707 LZ te Roosendaal eveneens Verwerker.
  • Overeenkomst: elke afspraak tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer tot het verrichten van Werkzaamheden door Opdrachtnemer ten behoeve van de Opdrachtgever, conform het bepaalde in de opdrachtbevestiging.
  • Verantwoordelijke: de Opdrachtgever die als natuurlijk persoon of rechtspersoon aan de Opdrachtnemer, eveneens Verwerker, opdracht heeft gegeven tot het verrichten van Werkzaamheden.
  • Werkzaamheden: alle werkzaamheden waartoe opdracht is gegeven, of die door Opdrachtnemer uit anderen hoofde worden verricht. Het voorgaande geldt in de ruimste zin van het woord en omvat in ieder geval de werkzaamheden zoals vermeld in de opdrachtbevestiging.

 

  1. Toepasselijkheid privacyvoorwaarden
  • Deze privacyvoorwaarden zijn van toepassing op alle gegevens die in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst met Opdrachtgever door Opdrachtnemer worden verzameld voor Opdrachtgever, alsmede op alle uit de Overeenkomst voor Opdrachtnemer voortvloeiende Werkzaamheden en de in dat kader te verzamelen gegevens.
  • Verantwoordelijke is verantwoordelijk voor de verwerking van de Gegevens zoals omschreven in Annex 1.
  • Bij de uitvoering van de Overeenkomst verwerkt Verwerker bepaalde persoonsgegevens voor Verantwoordelijke.
  • Dit is een verwerkersovereenkomst is de zin van artikel 28 lid 3 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waarin de rechten en verplichtingen ten aanzien van de verwerking van de persoonsgegevens schriftelijk is geregeld, waaronder ten aanzien van de beveiliging. Deze verwerkersovereenkomst in ten opzichte van Verantwoordelijke bindend voor deze Verwerker.
  • Deze privacy-voorwaarden maken, net als de Algemene voorwaarden van Verwerker, onderdeel uit van de Overeenkomst en alle toekomstige overeenkomsten tussen partijen.

 

  1. Reikwijdte privacy-voorwaarden
  • Met het geven van de opdracht tot het verrichten van Werkzaamheden heeft Verantwoordelijke aan Verwerker de opdracht gegeven om de Gegevens te verwerken namens de Verantwoordelijke op de wijze zoals omschreven in Annex 1 in overeenstemming met de bepalingen van deze privacy-voorwaarden.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens uitsluitend in overeenstemming met deze privacy-voorwaarden, met name met hetgeen is opgenomen in Annex 1. Verwerker bevestigt de Gegevens niet voor andere doeleinden te verwerken.
  • De zeggenschap over de Gegevens komt nooit bij Verwerker te rusten.
  • De Verantwoordelijke kan additionele, schriftelijke instructies aan Verwerker geven vanwege aanpassingen of wijzigingen in de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens.
  • Verwerker verwerkt de Gegevens enkel in de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Verplichting Verantwoordelijke
  • Verantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat persoonsgegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn en als zodanig ook aan Verwerker worden verstrekt.

 

  1. Geheimhouding
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, verwerken de Gegevens slechts in opdracht van Verantwoordelijke, behoudens afwijkende wettelijke verplichtingen.
  • Verwerker en de personen die in dienst zijn van Verwerker dan wel werkzaamheden voor hem verrichten, voor zover deze personen toegang hebben tot persoonsgegevens, zijn verplicht tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan zij kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit een taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

 

  1. Geen verdere verstrekking
  • Verwerker zal de gegevens niet delen met of verstrekken aan derden, tenzij Verwerker daartoe voorafgaande, schriftelijke toestemming of opdracht heeft verkregen van Verantwoordelijke of op grond van dwingendrechtelijke regelgeving daartoe verplicht is. Indien Verwerker op grond van dwingendrechtelijke regelgeving verplicht is om de Gegevens te delen met of te verstrekken aan derden, dan zal Verwerker de Verantwoordelijke hierover schriftelijk informeren, tenzij dit niet is toegestaan onder de genoemde regelgeving.

 

  1. Beveiligingsmaatregelen
  • Verwerker zal – rekening houdend met de van toepassing zijnde regelgeving op het gebied van bescherming van Gegevens, de stand van de techniek en de kosten van tenuitvoerlegging – technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen treffen om de Gegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.
  • Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.
  • De gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

 

  1. Toezicht op naleving
  • Verwerker zal verantwoordelijke op diens verzoek en voor diens rekening inlichtingen verschaffen over de Verwerking van de Gegevens door Verwerker of Sub-verwerkers. Verwerker zal de gevraagde inlichtingen zo snel mogelijk verstrekken, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen.
  • Verantwoordelijke heeft eenmaal per jaar en voor eigen rekening het recht om een door Verantwoordelijke en Verwerker gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijke derde een inspectie te laten uitvoeren om te verifiëren of Verwerker de verplichtingen onder de AVG en deze verwerkersovereenkomst nakomt. Verwerker zal daaraan alle redelijkerwijs noodzakelijke medewerking verlenen. Verwerker heeft het recht om haar kosten die gepaard gaan met de inspectie in rekening te brengen bij Verantwoordelijke.
  • Verwerker zal in het kader van haar verplichting onder lid 1 van dit artikel aan Verantwoordelijke dan wel een daartoe door Verantwoordelijke ingeschakelde derde in ieder geval:

 

  • Alle relevante inlichtingen en documenten verstrekken;
  • Toegang verlenen tot alle relevante gebouwen, informatiesystemen en gegevens.

 

  • Verantwoordelijke en Verwerker zullen zo spoedig mogelijk na het gereedkomen van het rapport met elkaar in overleg treden om de eventuele risico’s en tekortkomingen te adresseren. Verwerker zal op kosten van Verantwoordelijke maatregelen nemen om de geconstateerde risico’s en tekortkomingen op een voor Verantwoordelijke acceptabel niveau te brengen respectievelijk op te heffen, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen.

 

  1. Datalek
  • Zo spoedig mogelijk nadat Verwerker kennis neemt van een incident of datalek dat (mede) betrekking heeft of kan hebben op de Gegevens, stelt Verwerker Verantwoordelijke hiervan op de hoogte via de bij Verwerker bekende contactgegevens van Verantwoordelijke en zal Verwerker informatie verstrekken over: de aard van het incident of de datalek, de getroffen Gegevens, de vastgestelde en verwachte gevolgen van het incident of datalek op de Gegevens en de maatregelen die Verwerker heeft getroffen en zal treffen.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke ondersteunen bij meldingen aan betrokkenen en/of autoriteiten.

 

  1. Sub-verwerkers
  • Indien Verwerker op grond van de Overeenkomst zijn verplichtingen mag uitbesteden aan derden, legt Verwerker aan de betreffende derde deze privacy-voorwaarden op, dan wel sluit Verwerker met deze sub-verwerker een (sub)verwerkersovereenkomst betreffende de verantwoordelijkheden en verplichtingen van de sub-verwerker.

  

  1. Medewerkingsplichten en rechten van betrokkenen
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op verzoek medewerking verlenen in geval van een klacht, vraag of verzoek van een betrokkene, dan wel onderzoek of inspecties door de Autoriteit Persoonsgegevens.
  • Verwerker zal Verantwoordelijke op dienst verzoek en voor diens rekening bijstaand bij het uitvoeren van een gegevensbescherming-effectbeoordeling.
  • Als Verwerker rechtstreeks van een betrokken een verzoek om inzage, correctie of verwijdering van zijn of haar Gegevens ontvangt, informeert Verwerk Verantwoordelijke binnen twee werkdagen over de ontvangst van het verzoek. Verwerker voert zo snel mogelijk alle instructies uit die Verantwoordelijke schriftelijk aan Verwerker geeft als gevolg van zodanig verzoek van betrokkene. Verwerker treft de noodzakelijke passende technische en organisatorische maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan dergelijke instructies van Verantwoordelijke.
  • Indien instructies van Verantwoordelijke aan Verwerker strijd opleveren met enige wettelijke bepalingen omtrent gegevensbescherming, meldt Verwerker dit bij Verantwoordelijke.

 

  1.  Duur en beëindiging
  • Deze privacy-voorwaarden zijn geldig zolang Verwerker de opdracht heeft van Verantwoordelijke om Gegevens te verwerken op grond van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker. Zolang door Verwerker Werkzaamheden worden verricht ten behoeve van Verantwoordelijke zijn deze privacyvoorwaarden op deze relatie van toepassing.
  • Indien Verwerker op grond van een wettelijke bewaarplicht bepaalde gegevens en/of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers waarop of waarin zich Gegevens bevinden gedurende een wettelijke termijn moet bewaren, dan zal Verwerker zorgdragen voor de vernietiging van deze gegevens of documenten, computerdisks of andere gegevensdragers binnen 4 weken na beëindiging van de wettelijke bewaarplicht.
  • Bij beëindiging van de Overeenkomst tussen Verantwoordelijke en Verwerker kan Verantwoordelijke aan Verwerker verzoeken om alle documenten, computerdisks en andere gegevensdragers, waarop of waarin zich gegevens bevinden, te retourneren aan Verantwoordelijke, voor rekening van Verantwoordelijke. In geval van retournering zal Verwerker de gegevens verstrekken in de vorm zoals bij Verwerker aanwezig.
  • Onverlet hetgeen voor het overige in dit artikel 12 is bepaald, zal Verwerker na beëindiging van de Overeenkomst geen Gegevens houden noch gebruiken.

 

  1. Nietigheid
  • Indien één of meerdere bepalingen uit deze privacyvoorwaarden nietig zijn of vernietigd worden, blijven de overige voorwaarden volledig van toepassing. Indien enige bepaling van deze privacyvoorwaarden niet rechtsgeldig is, zullen partijen over de inhoud van een nieuwe bepaling onderhandelen, welke bepaling de inhoud van de oorspronkelijke bepaling zo dicht mogelijk benaderd.

 

  1. Toepasselijk recht en forumkeuze
  • Op deze privacy-voorwaarden is Nederlands recht van toepassing.
  • Alle geschillen in verband met de privacyvoorwaarden of de uitvoering daarvan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter bij de rechtbank Breda, behoudens voor zover dwingend rechtelijke competentieregels aan deze forumkeuze in de weg zouden staan.

 

ANNEX 1

GEGEVENS EN DOELEINDEN

 

PERSOONSGEGEVENS

 

De Verantwoordelijke laat de Verwerker de volgende persoonsgegevens door Verwerker verwerken in het kader van de opdracht, waaronder maar niet uitsluitend, kunnen vallen personeelsadministratie, loonadministratie, financiële verslaglegging:

 

  • Toegangs- of identificatiegegevens (bijvoorbeeld inlognaam / wachtwoord of klantnummer)
  • Naam (initialen, achternaam)
  • Telefoonnummer
  • E-mailadres
  • Geslacht, geboortedatum en/of leeftijd
  • Straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land
  • Functie / beroep
  • Kenteken auto
  • Gegevens ID-bewijs (in verband met de Wwft)
  • Financiële gegevens, zowel zakelijk als privé
  • NAW-gegevens en BSN van personeelsleden van Verantwoordelijke

U bepaalt welke persoonsgegevens worden verwerkt en op welke wijze. U bent verantwoordelijk voor deze verwerking.

DOELEINDEN

 

De werkzaamheden waarvoor bovengenoemde Gegevens mogen worden verwerkt, uitsluitend indien noodzakelijk, zijn in ieder geval:

 

  • De werkzaamheden, te beschouwen als de primaire dienstverlening, in het kader waarvan Verantwoordelijke een opdracht heeft verstrekt aan Verwerker;
  • het onderhoud, waaronder updates en releases van het door Verwerker dan wel sub-verwerker aan Verantwoordelijke ter beschikking gestelde systeem;
  • het gegevens- en technische beheer, ook door een sub-verwerker;
  • de hosting, ook door een sub-verwerker.

 

 

CATEGORIEËN VAN BETROKKENEN

 

De persoonsgegevens die verwerkt worden hebben hoofdzakelijk betrekking op natuurlijke personen (betrokkenen) waaronder de medewerkers van Verantwoordelijke en natuurlijke personen die en relatie hebben met Verantwoordelijke (bijvoorbeeld klanten, toeleveranciers, leden, bezoekers, gasten, medewerkers, consumenten, burgers).

 

DERDEN

 

Wij schakelen onder andere deze derden (sub-verwerkers) in bij het uitvoeren van de onderliggende opdracht:

 

  • Onze systeembeheerder (Daemen-ICT)
  • Softwareleveranciers (zoals salarissoftwarepakket NMBRS en Loon van Loon salarissoftware B.V., rapportagesoftware UNIT4 Audition, financiële administratiestoftware Unit4 Accounting, Accountview en/of AFAS, aangiftesoftware AFAS Fiscaal insite alsmede scanprogramma’s Elvy en Basecone.

 

 

ANNEX 2

BEVEILIGINGSMAATREGELEN

 

 

BEVELIGINGSMAATREGELEN

 

De Verwerker heeft ter bescherming van de Persoonsgegevens tegen verlies of onrechtmatige Verwerking in ieder geval de volgende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen:

  • backup- en herstelprocedures;
  • beveiliging van netwerkverbindingen;
  • bevoegdheden zijn toegewezen aan een beperkt aantal personen die met de uitvoering van de verwerking zijn belast (inclusief een periodieke controle hierop);
  • geïmplementeerd beveiligingsbeleid (incl. periodieke controle en implementatie van

wijzigingen hierop);

  • geheimhoudingsverklaringen in arbeidscontracten;
  • indringeralarm;
  • logische toegangscontrole door middel van wachtwoorden en persoonlijke

toegangscodes;

  • logging en controle van toegang tot de persoonsgegevens;
  • sub-verwerkersovereenkomsten met derden;
  • veilige wijze voor het opslaan van gegevensbestanden.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als u doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.